Tv-recensie | Doodgeschoten en in beton gegoten: wie was ‘het klikomeisje’?

Beetje laat, zegt collega-presentator Jort Kelder tegen Tijs van den Brink als die hem vertelt waar hij mee bezig is. De EO-presentator van Op1 krijgt nog dagelijks bakken kritiek op en over zijn rol als tv-journalist tijdens de coronacrisis; ‘de media’, is het verwijt, volgden te slaafs het overheidsbeleid, stelden ‘omstreden’ maatregelen als vaccinaties, mondkapjes en qr-codes niet ter discussie waardoor ‘de media’, en dus ook Tijs van den Brink, een groep Nederlanders monddood maakte en heeft „weggezet als wappie”.

Tijs van den Brink onderzoekt in twee afleveringen van Dit is de kwestie of de critici een punt hebben. Vorige week in deel 1 schoof Maurice de Hond hem de „tweedeling in de samenleving” deels in de schoenen. Woensdag in deel 2 beet hij zijn tanden stuk op opiniemaker Marianne Zwagerman die zijn strot pas los wenste te laten als ze een „oprechte mea culpa” van hem kreeg. Die gaf hij niet. Meest bruikbaar was de kritiek die „mede-christen” Ronald Meester leverde. Hij is hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening en met hem luisterde Van den Brink terug wat viroloog Ab Osterhaus bij hem aan de Op1-tafel debiteerde. Alle ongevaccineerden isoleren op een onbewoond eiland leek Osterhaus „ideaal”, maar „helaas” niet acceptabel. Hij stelde voor „ongevaccineerden te vervolgen”, maar „het probleem” daarbij was volgens hem dat aan „hun neus niet te zien is of ze gevaccineerd zijn”. Dat vond hoogleraar Meester extreem polariserend. „Een groep andersdenkenden werd gemarginaliseerd en gedemoniseerd.” Zonder noemenswaardige tegenspraak.

Dapper en terecht ook, dat Van den Brink zich afvraagt of hij, wij, de media het goed hebben gedaan tijdens de coronacrisis. Ik weet niet helemaal zeker of ik het te laat vind voor zo’n zelfonderzoek, misschien eerder te vroeg. De geschiedenis duiden terwijl die zich ontvouwt, is lastig. Want, ik noem maar wat, is de breuk van de coronakloof dezelfde als die zich openbaarde na de verkiezingen? Van den Brink had twee keer een klein half uurtje om ‘de ongehoorden’ van toen te laten vertellen wat ze toen hadden willen zeggen. Naar sommigen had ik nu best wat langer willen luisteren.

Laat, maar hopelijk niet te laat probeert forensisch rechercheur Carina van Leeuwen de identiteit te achterhalen van het ‘klikomeisje’. In 1999 werd uit rivier de Gaasp een klikobak getakeld, met daarin een in beton gegoten lichaam. Vastgesteld kon worden dat het een vrouw was van tussen de 18 en 35 jaar en dat ze om het leven was gekomen door twee schoten door haar hoofd. Wat er restte van haar lichaam en haar kleding leverde geen verdere informatie op over wie zij is, laat staan wie haar vermoordde of waarom. Na negen weken onderzoek belandde haar zaak op de plank, haar lichaam werd anoniem begraven.

In 2007 werd haar zaak heropend door het coldcaseteam van de politie – Carina van Leeuwen was daar toen ook al bij. Het lichaam werd opgegraven, en opnieuw grondig onderzocht door forensisch antropologen en forensisch archeologen. Haar leeftijd kon iets preciezer worden geschat, maar het lukte niet haar te identificeren. In 2023 probeert het team van Carina van Leeuwen het nog een keer.

Het populairwetenschappelijke programma Focus maakt van het klikomeisje geen whodunnit, maar een wie-is-het? Elke keer als de zaak wordt heropend zijn er nieuwe technieken om haar te identificeren. Zo kan forensisch antropoloog Reza Gerritsen haar leeftijd vaststellen door haar hoektand te onderzoeken. Net als een boom heeft een tand jaarringen, één donkere ring in de winter, een lichte in de zomer. En aan een stukje bot kan nu haar geografische herkomst worden afgelezen. Volgende week zien we het gezicht van deze 20-25-jarige vrouw. En wie weet krijgt ze dan een naam.



Leeslijst